(Tekst grotendeels ontleend aan een artikel op de website Joods Amsterdam)
Woonschool Asterdorp
Asterdorp werd in 1927 als woonschool gevestigd in het industriegebied in Buiksloterham tussen de Asterweg en de Distelweg. Ver van de bewoonde wereld. Het was een wooncomplex voor “ontoelaatbaren” , waarmee men asociale gezinnen bedoelde. Er stonden 132 woningen. Het complex was ommuurd en had in eerste instantie één poort. Een tweede toegang werd in 1932 gemaakt, na protesten van de bewoners, en toen kregen de straatjes ook namen en de woningen huisnummers.
Voornamelijk arme gezinnen uit de verkrotte woonwijken van de oude stad kwamen daar tijdelijk te wonen, waaronder veel dagloners met grote gezinnen. Er werd getracht hen ‘beschaafder’ te maken waardoor ze toegelaten konden worden in de sociale woningbouw van die tijd in Noord: in de huizen van de Gemeentelijke woningdienst in de Van der Pekbuurt en de Bloemenbuurt. De mannen moesten een regelmatig loon zien te verdienen en de huur kunnen betalen, de vrouwen moesten het huishouden ordelijk doen en de kinderen schoon en gevoed naar school laten gaan. Maar van het ‘heropvoeden’ kwam weinig terecht. In werkelijkheid veranderde Asterdorp weinig aan het toekomstperspectief van deze gezinnen, terwijl ze wel een levenslang stigma kregen. Als ze vertelden dat ze in Asterdorp woonden, kregen ze geen werk. En als ze nog werk hadden, werden ze ontslagen. Ondanks de idealistische start mislukte het experiment volledig. De laatste oorspronkelijke Asterdorper vertrok in 1942.
Tijdelijke opvang dakloze Rotterdammers
Na het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 werden er veel dakloos geworden Rotterdammers in het dorp gevestigd, zodra dat kon keerden ze terug naar Rotterdam.
Het vierde getto: tijdelijke huisvesting voor joden uit het Gooi
Begin 1942 werd Asterdorp door de Duitsers in gebruik genomen en gebruikt om ten eerste de stateloze Joden (die stateloos waren geworden door de maatregelen in hun -bezette/geannexeerde- vaderland) uit Duitsland (152), Polen (11) en Oostenrijk (8) onder te brengen. Zij waren eerst in Hilversum, Naarden en Bussum gehuisvest geweest. Nadat zij uit Asterdorp waren weggevoerd (naar de kampen) kwam er plek voor zo’n 150 Joden uit Amsterdam (voornamelijk uit de Rivierenbuurt) en Joden uit plaatsen als Utrecht, Den Haag, Nijkerk en Zwolle, die uiteindelijk of naar Westerbork werden weggevoerd, of, en dit betreft een derde tot de helft van hen, onderdoken.
Uit deze periode stamt de bijnaam “Klein Westerbork” voor dit complex. Dit “vierde getto” van Amsterdam werd begin juni 1943 grotendeels ontruimd en de daarna nog overgebleven bewoners werden naar de Transvaalbuurt overgebracht. Asterdorp werd in 1955 afgebroken. Alleen het poortgebouw staat er nog.
Film ‘Asterdorp, een vergeten getto’
Filmmaker Saskia van den Heuvel maakte in 2015 twee films over over dit dorp na twee jaar research waarbij ze overlevenden opspoorde die over de hele wereld verspreid waren.
Eén van hen is Loes Fransman (79). Zij woonde er gedurende enkele maanden in 1943. Haar verhaal schetst hoe het overplaatsen naar het dorp verliep. De familie Fransman woonde in een ruime woning in de Rivierenbuurt. Haar vader had een goede baan, chef-etaleur bij de HEMA en het gezin kon goed in het onderhoud voorzien.
Ze moesten verhuizen. Verhuizer Puls, het bedrijf dat de woningen van gedeporteerde Joden leeghaalde, haalde het gezin op met maar enkele meubels. De woning in Asterdorp was zeer klein, in een kleine buurt met vooral muren. Loes had het nog spannend gevonden toen ze naast de chauffeur mocht zitten tijdens de verhuizing, later herinnerde zich vooral hoe bang ze in Asterdorp was. Een tweede gedwongen verhuizing wachtte het gezin Fransman niet af, ze gingen in onderduik. De zus van Loes werd verraden en moest als enige van het gezin op transport.
Joodse school
De Joodse school nummer 15, oorspronkelijk gevestigd aan de Floraweg, verhuisde na de wintervakantie van 1942 vanaf de Laanweg naar de Blauwe Distelweg 94, de bovenverdieping van het poortgebouw. Henri Alter (Den Haag, 11 juli 1899 – Sobibor, 2 juli 1943) werd aangesteld als de leidinggevende voor deze school. Hij was geen onderwijzer, werd niet betaald, maar had wel de zorg over een kleine groep leerlingen. In januari 1943 begon hij met 22 kinderen. In het voorjaar van 1943 waren er nog 14 kinderen over, na de twee grote razzia’s van mei 1943 stond het schooltje leeg.
Zes van deze kinderen waren afkomstig uit het gezin van Levie de Lange, Dit waren Abraham, Naatje, Judith, Dora, Reina en Samuel. Andere leerlingen onder andere: Arnold, Ronald en Ellen Israël, Carla en Hendrika Gobitz, allen uit Tuindorp Oostzaan.
Zie voor het hele artikel: LINK