De broers Cor (1913) en Chris Ridder (1916) waren toen de oorlog begon al 27 en 24 jaar oud. Ze woonden in de Nachtegaalstraat en hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog verschillende dingen voor het verzet gedaan. Hun veel jongere broer Jan (1926) vertelde later hoe zijn broers illegale dingen deden.
Fototoestel op fiets
“Mijn broers hadden allebei een fototoestel. Daarmee hebben we de Fokkerfabriek gefotografeerd.
Die was gecamoufleerd, zodat je vanuit de lucht de fabriek niet zag. Dat fotograferen was gevaarlijk werk, want je mocht van de Duitsers helemaal geen foto’s maken. Ze konden je camera in beslag nemen.
Hoe we dat deden, zonder dat de Duitsers het konden zien?
Het beste was een doos te maken met een opening erin zodat de lens zicht had. Met een kabeltje kon je dan de foto maken.
De camera zat achterop de fiets vastgemaakt met de doos en een jas eromheen.De doos was van triplex met aan de binnenkant versteviging.
Acht foto’s
Bij het maken van de foto, mocht de camera niet bewegen. Dus gingen mijn broer en ik langs de weg staan met de fiets. We deden dan alsof we de fietsbanden even moesten oppompen. Zo hebben we de fabriek acht keer gefotografeerd
We wilden ook een foto maken waarop je zag hoe we dat deden. Mijn broer Chris verborg zijn camera onder zijn jas. Zo fotografeerde hij mijn broer Cor en mij door een gat in zijn jas. Helaas is op zijn foto wel de doos te zien, maar Cor en ik staan er niet op.
Mijn broers hadden ook spullen om die foto’s te ontwikkelen en af te drukken.
Ik weet niet of ze die naar Engeland opstuurden.”