Jacob van Ruysdael (1628-1682) beklom in 1665 de steigers rond de toren van het toen bijna voltooide Stadhuis op de Dam (nu het koninklijk paleis). Daar tekende hij in het panorama van Amsterdam in noordelijke richting. Het is een unieke schets op basis waarvan hij in 1665-1670 een klein schilderij maakte (41,3×40 cm). Het IJ, de Volewijck en de Waterlandse zeedijk de dorpen Buiksloot en Nieuwendam bestonden toen al eeuwenlang. Maar aan de overkant van het IJ schilderde hij ook het toen nieuwe Tolhuis (1662) bij de Buikslotertrekvaart (1661) en aan de stadskant in het IJ de Nieuwe Stadsherberg (1662).
De linkerkant van het schilderij
Op dit detail zie je links de Jan Rodenburgtoren die bij de Hogebrugsluis aan het Singel stond en daarachter in de verte achter de Waterlandse zeedijk de toren van de kerk van Buiksloot. Daar iets naast zie aan de oever van de Volewijck het Galgenveld. Nog meer naar rechts staat het Tolhuis en zie je de Buikslotertrekvaart. Aan de stadskant tegenover het Tolhuis zie je de Nieuwe Stadsherberg (1662, iets lichter van kleur). Daarvandaan vertrokken de veerschuiten zeilend naar het Tolhuis om gejaagd door een paard door de Buikslotertrekvaart naar Buiksloot te gaan. Voor 1661 moesten de veerschuiten het IJ en de Buiksloterham oversteken naar de oude veerhaven van Buiksloot (op het schilderij links bij de rand voor de Waterlandse zeedijk).
De andere helft van het schilderij
Het is avond en de zon staat in het westen laag aan de hemel en verlicht de huizen van het open Damrak. Je ziet rechts de Oude Kerk en in de verte het brede water van de Nieuwendammerham, daarachter Nieuwendam op de Waterlandse Zeedijk.
Uniek beeld van Noord
Dit beeld van de de Volewijck en Waterland vanuit de stad gezien is uniek. Op kaarten van Amsterdam uit die periode is de overkant van het IJ nooit te zien. Die kaarten zijn alle vanuit het noorden gezien, zoals de onderstaande kaart uit 1663 waarop de Nieuwe Stadsherberg voor het eerst aangegeven is.