Sjaans Jongens – oorlog en vrede boven het IJ

Schermafbeelding Om Verkleind
Titel: Sjaans jongens – Oorlog en vrede boven het IJ
Auteur: Diederik Tamse
Jaar van Publicatie: 1919
Status: wel te koop
Trefwoorden: Tuindorp Nieuwendam, oorlogsdagboek, amateurtoneel, Wijdenesserstraat, jaren vijftig

In 2019 was het thema van de boekenweek ‘moeder de vrouw’. Het leven van ‘zomaar een huisvrouw’ in Tuindorp-Nieuwendam, en dat van haar drie jongens en een echtgenoot, is het onderwerp geworden van de documentatieroman ‘Sjaans jongens’ dat in dat jaar verscheen (2019). Te koop in de boekhandels in Noord.

Meer informatie
De schrijver, haar kleinzoon (Diederik Tamse), haalde zijn stof allereerst uit de verhalen van zijn vader en ooms over hun jongensjaren in Nieuwendam, verhalen die zijn verbeelding altijd geprikkeld hebben: de stoeipartijen thuis, de vechtpartijen met de jongens van het Blauwe Zand, of de nachtelijke uitstapjes naar het Vliegenbos tijdens de laatste oorlogswinter om daar hout vandaan te halen. De schrijver putte ook uit eigen herinneringen, de bezoeken aan opa en oma in de Wijdenesserstraat, oma die hem verwende met een door haarzelf vervaardigd ridderpak, precies nagemaakt naar het voorbeeld van Ivanhoe. In 2017, na het overlijden van zijn vader, kreeg hij via zijn ooms een oorlogsdagboek van zijn grootvader onder ogen, opgeschreven in drie schriften. Hierin beschrijft Sjaans echtgenoot, Antoon, van dag tot dag zijn belevenissen als dwangarbeider nadat hij bij een razzia in Nieuwendam was opgepakt samen met een groep andere Nieuwendammers. De drie jongens waren tijdens de hongerwinter naar Urk geëvacueerd.
Ook over de na-oorlogse tijd waren er bronnen beschikbaar. Sjaan en Antoon hadden, zoals zoveel mensen, albums gemaakt over hun belangrijkste belevenissen, hun vakanties, maar vooral over hun activiteiten voor het verenigingsleven. Dit verenigingsleven maakte in het pre-televisietijdperk in de jaren vijftig een bloeitijd door, en al helemaal in Nieuwendam. Er waren toneelverenigingen, fanfarekorpsen, koorverenigingen, Oranjeverenigingen en speeltuinverenigingen. Aan deze bloeitijd kwam een eind toen de televisie voor avondvullend amusement ging zorgen.
Sjaan speelde hoofdrollen bij het Nieuwendamse amateurtoneelgezelschap ‘O.B.K.’ (deze letters staan voor ‘Oefening Baart Kunst’) dat in de jaren 50 onder regisseur W. Wink landelijke prijzen won met toneelstukken als ‘De martelgang van Kromme Lindert’, ‘Van ander ras’, ‘De opgaande zon’ en ‘De naamlozen van 1942’. De titels doen al vermoeden dat het hier niet ging om lichtzinnige komedies, maar om zeer serieuze, zware toneelstukken. Komedies werden overigens ook wel opgevoerd, bijvoorbeeld ‘Fluffy’ of ‘Mazzel en Lindeman’. OBK oefende in het Verenigingsgebouw aan het Meerpad in Nieuwendam en trad op in vele zalen in de wijde omgeving, zoals het Zonnehuis in Tuindorp-Oostzaan. Antoon moest als minder getalenteerde toneelspeler genoegen nemen met bijrollen als butler of de functie van geluidsman die aan de windmachine zwengelde en dat gold ook voor zijn rol als vaandeldrager bij het Waterlandsch Fanfarecorps (WFC), maar zijn trots was er niet minder om. Eén keer per jaar was voor hem wel een hoofdrol weggelegd. Hij kwam jaarlijks aan in het haventje van Nieuwendam in de hoedanigheid van Sinterklaas en deed dat tientallen jaren.
Het boek geeft zo een tijdsbeeld van het ‘gewone leven’ in Amsterdam-Noord in de twintigste eeuw dat misschien toch eerder bijzonder was dan gewoon. In het boek worden de belevenissen van Sjaans gezin aangevuld met andere dagboekfragmenten en historische gebeurtenissen in Noord, met name in de bezettingstijd, met vele foto’s ter illustratie.