Putdeksel Mosveld

Friendly Fire

Mosveld‘Friendly Fire’ is de naam van het kunstproject met de elf putdeksels: in juli 1943 wierpen Amerikaanse, Engelse en Franse vliegers bommen op Noord. De geallieerden wilden de Fokkerfabriek raken omdat die voor de Duitsers moest werken. Maar bijna alle bommen vielen op de Van der Pekbuurt, de Gentiaanbuurt en de Vogelbuurt. Het waren onze vrienden die – zonder dat te willen – meer dan 200 kinderen en volwassenen doodden.

Rouwen was moeilijk
Als het Duitse bommen waren geweest, dan was het gemakkelijker geweest om boos en verdrietig te zijn. Maar de Amerikanen, Engelsen en Fransen bombardeerden voor een goed doel. Er was daardoor weinig ruimte voor samen rouwen en openlijk verdriet te laten zien.

Fokker GrootNa de bevrijding duurde het lang voordat er een monument kwam. Pas in 2003 (60 jaar na het bombardement)  werd op de Noorder Begraafplaats een monument geplaatst. In dat jaar vond de eerste officiële herdenking plaats. Elk jaar op 17 juli is er nu elk jaar een herdenking bij dat monument.

Boek
In 2009 verscheen het boek De bombardementen op Amsterdam-Noord van J.L. van der Pauw. Hij werkte als onderzoeker bij het NIOD en kreeg de opdracht van stadsdeel Amsterdam-Noord. Hij gebruikte het vooronderzoek van de Noord-Amsterdammer Adrie Karreman en van NIOD-medewerker Friso Hoeneveld.

Schermafbeelding Om

Op het Mosveld was een klein voetbalstadion
Het Mosveld was het thuisveld van De Volewijckers, een voetbalclub die in november 1920 werd opgericht. Het Mosveld was het veld waar De Volewijckers hun grootste successen hadden. In 1944 werden ze zelfs kampioen van Nederland. Maar ze speelden toen niet op het Mosveld. Daar waren in juli 1943 bij de bombardementen blindgangers gevallen. Hun kampioenswedstrijd speelden De Volewijckers in het Ajax-stadion aan de Middenweg in Oost.

Beschadigd
Het putdeksel op het Mosveld is door veegwagens van de Stadsreiniging beschadigd, dat is op de foto goed te zien.

Beschadigd

 

 

Titel: Friendly Fire
Adres: 52.232881,4.544555
Kunstenaar: Hester Oerlemans
Sinds: 2018